|
Alle dieren hebben zintuigen (ogen, oren en neuzen), die passen bij hun manier van leven. Zo heeft een roofvogel hele goede ogen om hoog de lucht een klein muisje te kunnen ontdekken. Dassen hebben grappige kleine oogjes, waarmee ze niet zo heel goed kunnen zien. Als het licht is liggen dassen te slapen in donkere holen. Wanneer ze 's avonds tevoorschijn komen is het vaak ook al donker. Dan heb je niet zoveel aan goede ogen. Maar dat is dus niet zo erg. Ze hebben namelijk wel een super neus, waarmee ze ongelofelijk goed kunnen ruiken.
Ze hebben maar kleine oortjes. Maar ze kunnen daar wel heel erg goed mee horen. Ze horen geluiden die jij niet kunt horen. Ze horen torretjes ritselen onder bladeren in het bos. Zo kunnen ze die vinden en opeten. Dassen kunnen alles wat er gebeurt in het bos horen en ruiken. Ze kunnen ruiken of er vreemde dassen op bezoek zijn geweest. Ook ruiken ze of dat jij in het bos hebt gelopen. Dassen gebruiken hun super neus ook om hun voedsel vinden.
|
Geur is dus voor dassen erg belangrijk. Zoals jij kunt zien wie je vrienden zijn kunnen dassen dat ruiken. Elke das heeft zijn eigen luchtje, dat ruikt naar 'musk'. Dassen die familie zijn wrijven zich vaak tegen elkaar aan. Ze gaan dan allemaal een beetje naar elkaar ruiken. Je noemt dat 'bemusken'. Zo krijgt een familie dassen een speciale familiegeur. Dassen kunnen dan al van verre ruiken of een das wel of niet bij hun familie hoort.
In dit filmpje ziet je een moederdas en drie jongen. In het begin wrijft een jonge das zijn muskklier onder zijn staart tegen zijn moeder. Halverwege dit filmpje zie je dat nog een keer.
|
| |
|